Voetballers die deelnemen aan de Champions League, weten dat ze op een dag een medaille kunnen winnen als ze bij een winnend team speelden. Soms gebeurt het dat voetballers onverwacht deze medaille winnen. Dat breekt de eentonigheid en vergroot het plezier en de trots bij de uitverkoren winnaars. De Champions League is dus niet alleen een bekroning op maat van het team, maar ook op maat van de speler. De fans evalueren hun favoriete speler meestal op basis van het aantal medailles dat een speler tijdens zijn sportieve loopbaan kon verzamelen. Hoe meer medailles een speler weet te verzilveren, hoe groter de kans is, dat hij zich in de ogen van de fans tot een echte held ontpopt.
Als het publiek de lijst van de Champions League-medaillewinnaars doorneemt, duiken soms namen op, waarvan op het eerste gezicht werd gedacht, dat de spelers niet in aanmerking zouden komen voor een medaille. Wordt er dieper gegraven, dan komt de waarheid aan het licht en blijkt dat de medaillewinnaar toch goed gepresteerd heeft. Het publiek kijkt dan met andere ogen naar de speler. Een doorsneespeler wordt dan een ster. Eigenlijk was hij dat altijd al, maar ineens wordt er anders naar hem gekeken, want hem zijn sterrenstatus oplevert. Een ster die onverwacht begint te fonkelen, heeft iets magisch over zich. Het publiek wordt erdoor geïnspireerd en krijgt hoop dat ook andere dromen weldra zullen uitkomen.
Werpen we een blik in de sterren, dan zien we namen als Ross Turnbull, Jesper Blomqvist, Jonathan Greening, Florent Sinama-Pongolle, Scott Carson, Benni McCarthy, Valerio Fiori, Paul Lambert, David May en Djimi Traore opduiken. Deze tien Champions League-spelers hebben allen een medaille gewonnen. Niemand had dat durven denken. De spelers vielen aanvankelijk niet echt op bij het grote publiek. Maar elk van de spelers was wel degelijk aanwezig tijdens een van de finales van de Champions League in Borussia Dortmund (1997) Manchester United (1999), AC Milaan (2003, 2007), Porto (2004), Chelsea (2012) en Liverpool (2015) en deed toch iets uitzonderlijks in de loop van hun sportieve loopbaan.
Toen Turnbull lid was van Stamford Bridge won hij de Premier League, de FA Cup en de Champions League. Bij club Chelsea was hij een grijze muis (Chelsea, 2012). Ondanks dat, leverde het hem toch een medaille op. Blomqvist, Greening en May speelden slechts een gedeeltelijke rol in de Champions League-finale (Manchester United, 1999) en kregen daarvoor toch een medaille. Sinama-Pongolle scoorde enkel de gelijkmakende goal en leidde zijn team tot de knockout fase (Liverpool, 2005). Daar bleef het echter bij. Ook Carson droeg tijdens datzelfde jaar in geringe mate bij tot de overwinning van zijn team in de Champions League en ontving toch een medaille.
Traore kreeg eveneens een medaille tijdens datzelfde jaar voor zijn kleine rol tijdens de Champions League-finale. McCarthy was onzichtbaar voor de fans van zijn club West Ham, maar toen hij voor Porto speelde, oogstte hij toch succes (Porto, 2004). De medaille van Fiori is verbonden aan de tijd dat hij reservedoelman was tijdens de Champions League-finale (AC Milaan, 2003 en 2007). Lambert hielp Dortmund de eerste goal maken tijdens de enige finalewinst van Dortmund tijdens de Champions League in 1997. Misschien was de medaille van deze spelers voor het grote publiek onverwacht, maar op de een of andere manier hebben de 10 spelers het toch verdiend om meer bekendheid te krijgen.
Jonge voetbalspelers die pas aan hun sportieve weg timmeren, worden door de uitreiking van de Champions League-medailles er haarfijn aan herinnerd, dat elke inzet loont. Elke toegevoegde waarde die ze tijdens een Champions League-finale creëren, wordt op de een of andere manier toch onder een vergrootglas gehouden. Onverwacht kan er dan toch een beloning volgen. Het loont dus steeds de moeite om de beste versie van zichzelf te laten zien. De spelers worden door beloningen als medailles gemotiveerd, om voortdurend hun best te doen. De andere kant van de medaille houdt in, dat de spelers onder druk staan. Ze willen allemaal wel geprezen worden voor hun harde werk. Maar niet iedereen kan een medaille winnen. Het moet speciaal blijven.
Willen we onze doelstellingen bereiken, dan moeten we ons voortdurend inzetten en actief aan de weg naar succes timmeren. Daarbij overvalt ons grote druk en maken we ons soms zorgen over hoe we alles gedaan krijgen. Soms willen we de beste zijn en kost ons dat nog meer moeite. De concurrentie slaapt immers nooit. De pijn wordt echter verzacht als we weten dat na alle zware inspanningen altijd de beloning volgt. We kunnen een gevoel van tevredenheid gewaarworden en trots zien, hoever we gekomen zijn. Misschien volgt er in ons vakgebied wel een medaille op de een of andere dag. Maar in de eerste plaats moeten we het voor onszelf doen. Door onze doelstellingen te behalen, realiseren we ons hoogste potentieel. Alles wat we doen, heeft voor- en nadelen, maar als we iets doen met volle overtuiging en met hart en ziel, dan levert het altijd een meerwaarde op.
We hoeven er niet altijd een prijs voor te krijgen. Het gevoel van gelukkig zijn, is onvervangbaar. De voetballers die tijdens de finale van een Champions League erbij mogen zijn, ervaren hun eigen geluksgevoel tijdens de finale. Ze hebben een groot deel van hun leven naar dit moment toegewerkt. Met bloed, zweet en tranen hebben ze hun vaardigheden verder ontwikkeld. Telkens weer zijn ze een stapje verder gegaan. Niemand kan hen dat overwinningsgevoel afnemen. Dat op zich is al de mooiste beloning die een speler en zijn directe omgeving kan ervaren. De medaille die eventueel volgt, levert een extra gevoel van trots op. Misschien is gelukkig zijn wel de allermooiste beloning voor elke mens.